Wat bedoelen we eigenlijk met beeldvorming?
Beeld (het; -en) 1 nabootsing, doorgaans in een duurzaam materiaal zoals hout, steen, gips, metaal of was, van een godheid, een mens, een dier, ook wel van een voorwerp […]
2 nabootsing van een mens of dier enz. in een plat vlak, in tekening of schilderij, ook wel alleen de omtrek aanduidend […] 4 (bij uitbreiding) wat naar een voorbeeld gemaakt is of schijnt en daarmee overeenkomt […] 8 voorstelling van iemand of iets in de geest: zich een beeld van iets vormen.
Beeldvorming (de (v.)) 1 het ontstaan van een opvatting over personen, zaken, feiten e.d.: verkeerde, negatieve, positieve beeldvorming; beeldvorming over, rond – 2 (vandaar) voorstelling.
Van Dale geeft voorgaande definities van de woorden ‘beeld’ en ‘beeldvorming’: een nabootsing, voorbeeld of voorstelling en het ontstaan van een opvatting. Hieruit is af te leiden dat een beeld of beeldvorming nooit identiek is aan het origineel. Dit impliceert dat een beeld voor zijn, of beeldvorming voor haar, accuraatheid altijd moet worden getoetst aan het origineel, wil men een volledig objectief en verifieerbaar beeld hebben dat overeenkomt met de werkelijkheid. Alleen het beeld zegt dus niets over het origineel. Binnen het onderwerp inclusie verstaan we onder beeldvorming ‘dat wat anderen vinden van mensen met een beperking’. Een Nederlandse uitspraak is dat een beeld meer zegt dan duizend woorden. Het is de vraag of dit in het geval van mensen met een beperking ook waar is. Beeldvorming lijkt op dit punt soms meer verbonden met vooroordelen, waarbij het beeld af kan leiden van de woorden.
Beeldvorming maakt een onderdeel uit van inclusie. Het leren kennen van de mensen is wat een goed beeld maakt. Het gaat om contact, de ervaring te leven zoals de mensen zelf, of op zijn minst een belang zien in het verifiëren van een beeld.
Volgens T’ik is de definitie van beeldvorming daarom: Het hebben van een beeld dat zelf ervaren is en/of getoetst is aan de realiteit.
Geef een antwoord